Verslag 34: Genootschapseilanden

Stadsleven, Olympisch golf en Tarzan

Tahiti, een van de bekendste eilanden van Polynesië, is exotisch, maar tegelijkertijd ook heel ‘westers’. Hoofdstad Papeete is het economisch en bestuurlijk centrum van deze uitgestrekte archipel van ‘Franse’ eilanden en heeft de omvang van een kleine Europese stad. Tijdens ons verblijf van twee weken genieten we van de barretjes, restaurants en winkels en doen we wat onderhoud en reparaties.

Voor we in Papeete afmeren gaan we een week voor anker in de Pheaton Bay, tussen groot (Nui-) en klein (Iti-) Tahiti. Onze Britse vrienden Heather en Tim hebben een huurauto en nemen ons mee naar de Olympisch golf Teahupoo. Een lokale gids vaart ons naar de plek waar de surfers over drie weken de golf zullen berijden. Vandaag is hij niet heel hoog, maar bij ideale omstandigheden kan Teahupoo wel 10 meter hoog zijn. Vooral het scherpe ondiepe koraalrif dat er direct achter ligt maakt deze golf gevaarlijk. De bewoners van het nabijgelegen dorpje hebben gemengde gevoelens bij de aanstaande Olympische invasie. Hun dorpje zal door alle media-aandacht na de Olympische spelen niet meer hetzelfde zijn.

De gids vaart ons ook een stukje de Tahitische jungle in. Een wandeling door en langs een ondiepe rivier leidt naar een meertje in een aardedonkere grot waarin we voorzichtig zwemmen. Op de terugweg laat onze atletische excursieleider zien hoe je aan een touw over de rivier kunt slingeren. Geert doet een indrukwekkende Tarzan imitatie met Johny Weissmuller’s slingerkreet “Aahaahaa-aahaa”!

 

Museum

We bezoeken een mooi museum over de geschiedenis en cultuur van Frans Polynesië. Sinds de vijfde eeuw na Chr. zijn er mensen met kano’s en vernuftige zeilschepen naar de verschillende eilandengroepen gemigreerd. Ieder eiland heeft daardoor zijn eigen ontwikkeling en cultuur. Kleding, werktuigen, vaartuigen en tatoes (vooral op de Marquesas en veel minder op andere eilanden), maar ook gewoonten, taal, religie en oorlogsrituelen lijken op elkaar, maar hebben ook grote onderlinge verschilden.

 

Cooks Bay en bijna verdwaald op Moorea

De twee weken die we moeten wachten op een reparatie aan de radar brengen we door op het nabijgelegen eiland Moorea. Het ligt slechts 15 mijl van Tahiti en is veel minder druk en toeristisch. Op het korte tochtje daarnaartoe laten we ons verrassen door hoge golven en harde wind. De wind draait en versnelt om de hoge bergen van Tahiti en de golven zijn steil en chaotisch. Het levert ons een nat pak op. Even denken we dat het niet veilig is om Moorea aan te lopen. Voorzichtig naderen we de pass die toegang geeft tot Opunohu Bay en gelukkig zien we dat er geen noemenswaardige golven zijn, zodat we veilig naar binnen kunnen varen. De baai (waar kapitein Cook in 1877 ook voor anker ging) eindigt in een prachtige vallei vol ananasplantages en fruitbomen. Tijdens een wandeling verdwalen we bijna omdat we tientallen keren om omgewaaide bomen heen moeten klimmen en daardoor het pad kwijtraken. Als we eenmaal over de bergpas en aan de andere kant van het eiland zijn belonen we onszelf, bij gebrek aan een cafeetje, met een pak sap en een zak chips uit de supermarkt. Het sap is heerlijk en komt uit de plaatselijk sapfabriek ‘Rotui’, die we een paar dagen later bezoeken. We mochten alle soorten proeven. Ook de rum die ze er maken. Allemaal even lekker.

 

Papeete

“Ioarana (goedemorgen) beste havenmeester, mogen wij een plekje in uw marina?” vragen we per e-mail. Het antwoord is ontkennend. Maar, zo horen we via via, als je iemand kent die iemand kent, dan is er in deze haven van alles mogelijk. Nou kennen wij gelukkig een goedgebekte Zweed en hij regelt dat we kunnen ruilen met een boot die morgen vertrekt. We liggen op het afgesproken tijdstip klaar en schuiven zo probleemloos de nog warme afmeerplek in.

Zoals gezegd is Papeete een echte stad en daar gaan we de komende twee weken van genieten. De plaatselijke watersportwinkel wisselt onder garantie onze radar in. (Many likes voor Raymarine!) Geert gaat naar de kapper en vindt onderdelen, verf en materialen in de vele watersportwinkels.

Judith bezoekt de versmarkt en koopt kaarten voor de ‘Heiva’, een jaarlijkse dans- en zangwedstrijd in een speciaal daarvoor geplaatst tijdelijk stadion. Drie weken lang zijn er optredens en het is altijd vol. We zien twee verschillende groepen van 200 dansers, waarvan vooral de laatste indrukwekkend goed is. Onder het oog van professionele camera’s en opgezweept door trommelmuziek laten de vrouwelijke dansers hun heupen hypnotiserend ritmisch en snel bewegen, terwijl hun bovenlichaam zo min mogelijk beweegt. De mannen bewijzen hun kracht en mannelijkheid door diep door hun knieën gebogen met hun benen te wapperen.

 

Zwemmen op het randje

Het binnenland van Tahiti is slecht ontsloten. Er zijn nauwelijks wegen en ook wandelpaden zijn schaars. Om één van de schaarse wandelingen te mogen doen kopen we eerst een ‘permit’ op het gemeentehuis, waarmee we een paar dagen later toegang krijgen tot een, overigens prima verzorgde, route. Na een uurte wachten op een bus brengt deze ons probleemloos naar de start. We klimmen, sommige stukjes gebruikmakend van dikke touwen, naar de bovenkant van een waterval op 350 meter hoogte. Daarboven zwemmen we in een diep natuurlijk zwembad, dat half overdekt is door zwarte basaltpijpen. Geert zwemt voorzichtig naar de rand waarover het water meer dan 100 meter naar beneden stort. Hij komt weer veilig terug.

 

Parels kijken op Huahine

Onze bestemming ligt 85 mijl van ons, heet ‘Huahine’ en dat betekent ‘vrouw’ of ‘vrouwelijk’. We verlaten Papeete in de middag van 1 augustus. De nachtelijke zeiltocht is rustig en, omdat ter bescherming van het koraal zelf ankeren vaak verboden is, meren we af aan een ‘mooring’. Dat is een boeitje dat met een sterke lijn aan een blok beton op de bodem vast zit. Onze Zweedse vrienden Anders (degene die ons plekje in de haven van Papeete regelde) en Nilla hebben een huurauto en we rijden samen naar een klein bergriviertje waar blauwogige alen zwemmen. Bij een parelkwekerij leren we hoe parels gekweekt worden. Tot zo’n 150 jaar geleden waren er uitsluitend natuurlijke parels. Oorspronkelijke bewoners gebruikten ze als sieraad en als betaalmiddel. Na de westerse kolonisatie ontdekte ook de modewereld in o.a. Parijs, Londen, New York en Amsterdam de spreekwoordelijke schoonheid van deze veelkleurige bolletjes. Grootschalige roof en exploitatie was het gevolg. Al snel waren er nauwelijks natuurlijke parels meer te vinden. Maar men vond een manier om de groei van parels in oesterschelpen op kunstmatige manier te bespoedigen. Als je een ronde kern van een mossel (uit de Mississippi rivier!) in een licht geopende oester plaatst gaat deze een beschermend laagje aanmaken, wat na minimaal 9 maanden een gekweekte parel wordt. Tegenwoordig zijn er verspreid over de wereld honderden ‘pearl farms’ waarvan een groot deel hier in de Pacific. We staan versteld van de absurde prijzen die er voor deze gekweekte parels wordt betaald. Honderd euro voor één parel is heel gewoon, maar we zagen ook sieraden van enkele honderdduizenden euro's.

 

Dans op Taha’a

Na een klein weekje steken we over naar Raiatea en Taha’a, twee eilanden die gezellig samen in één koraalrand liggen. Vooral Taha’a vinden we prachtig. We liggen aan een mooring in de Apu baai en kunnen de eerste avond al aanschuiven bij een kleinschalig dans- en muziekoptreden met buffet. We zijn samen met drie Franse zeilers de enige gasten. Dans en muziek zijn niet van de allerhoogste kwaliteit, maar de kleinschaligheid en het plezier en de inzet van de artiesten maken veel goed.

 

Vanille

Op de Genootschapseilanden (ze heten zo omdat ze zo mooi aaneengesloten bij elkaar liggen) en met name op Taha’a wordt veel vanille gekweekt. We rijden rond op elektrische fietsen en bezoeken een biologische kwekerij waar de vanilleplanten ter bescherming tegen het felle zonlicht rond kleine boompjes geleid worden. Iedere ochtend kijkt de eigenares of er bloemen zijn opengegaan en dan bevrucht ze de plant door een stukje stuifmeel op de stamper te leggen, een klusje dat elders (op het Amerikaanse continent) door insecten en kolibries wordt geklaard. De bonen die daarna onder de bloem groeien kennen wij als vanillestokjes. Na een intensief en maanden durend proces van drogen en uitknijpen (‘melken’) wordt de vanille voor tientallen euro’s per zakje geëxporteerd.

 

Manta cleaning station

Is dit echt ongevaarlijk? Ik kijk recht in de enorme bek van een manta rog. Hij of zij is nog maar een paar meter bij me vandaan, maar het enorme dier met een spanwijdte van 3,5 meter en het uiterlijk van een ruimteschip manoeuvreert moeiteloos om me heen en laat mij ademloos achter. Judith snorkelt een paar meter verderop en ziet hoe kleine vissen de binnenkant van de manta-bek schoon eten en grotere de achterkant voor hun rekening nemen. De manta’s leven van plankton en blijkbaar hebben ze dagelijks een schoonmaakbeurt nodig. Franse collegazeilers wisten hiervan en brachten ons naar dit cleaning station.

 

Koraaltuin

Diezelfde dag kayakken we naar een smalle opening tussen twee motu’s (eilandjes op de koraalrand) waar, direct naast een superdeluxe resort, een zogenaamde ‘koraaltuin’ is. We laten ons met de stroom door het ondiepe water voeren, zien prachtige gekleurde vissen, koraal en anemonen, maar hebben moeite om het kwetsbare koraal niet aan te raken. Tientallen andere toeristen en resort-gasten doen hetzelfde, wat ons doet vrezen voor het voortbestaan van dit natuurgebiedje. Het koraal en de vissen zouden beter af zijn als wij hier niet waren.

 

Morgen varen we naar Bora Bora:  “De parel op de kroon van Frans Polynesië”.

 

Golfsurfen bij de Olympische golf van Teahupoo, Tahiti Iti

Museum over Tahiti en haar eilanden in Puna'auia, Tahiti Nui

Ananasplantage, Moorea

De haven van Papeete, Tahiti

De Fautaua waterval in gelijknamige vallei, Tahiti

Bezoek aan parelkwekerij met Anders en Nilla, Huahine

Buffet (met dans en muziek) in de Apu baai, Taha'a

Bloeiende vanille, Taha'a

Mantarog in de Tapuamu baai op Taha'a