Verslag 36: Cookeilanden en Niue

We vertrekken vanuit Maupihaa met drie boten tegelijk, maar na een paar uur zijn we elkaar al uit het oog verloren. We laten Frans Polynesië achter ons en zetten koers naar Aitutaki, één van de Cookeilanden. Net als de andere jachten plannen we de aankomst zo dat we ’s ochtends bij daglicht aankomen.

De passage naar de lagune Aitutaki is lang, smal en ondiep, maar naar horen zeggen onlangs uitgebaggerd. We wachten gedrieen tot de zon hoog genoeg aan de hemel staat om de ondieptes goed te kunnen zien. We laten de anderen beleefd voorgaan, zo weten we zeker dat het diep genoeg is:). De haven waar we moeten afmeren is ‘under construction’, dat wil zeggen dat het op diverse plekken erg ondiep is, er geen kade is en er geen steigers of palen zijn om je lijnen aan vast te maken. Afmeren is dus lastig, maar het voordeel is dat iedereen voortdurend in de weer is met bijbootjes en lange lijnen om elkaar te helpen. Het hoogtepunt is een Italiaans jacht van 15 meter waarvan de motor niet in de achteruit kan. Ze lopen stevig aan de grond en er moeten 10 ‘sterke mannen en vrouwen’ en een trekker aan te pas komen om ze weer vlot te trekken. Zo hebben we elke dag ‘haven-spektakel’ en we leren elkaar goed kennen.

 

Verjaardag en lekker eten

We vieren Judiths verjaardag in goed gezelschap bestaande uit Italianen (ja die van die gestrande boot), Britten en een Fransman. Bij gebrek aan een cadeau trakteert Geert Judith op een Japanse lunch in het ‘Pacific Beach resort’; uiteraard met uitzicht over de oceaan, een mocktail en koele witte wijn. Dit bevalt zo goed dat we de dagen daarna nog een paar goede restaurants bezoeken. We hadden blijkbaar iets in te halen na de ‘ontberingen’ op de primitieve eilandjes hiervoor.

 

Met de scooter langs de kerken

Aitutaki is een rustig eiland, half zo groot als Vlieland en heeft 1800 bewoners. De bewoners zijn supervriendelijk en behulpzamer dan we tot nu toe meegemaakt hebben.  Er zijn geen fietsen te huur en iedereen gebruikt hier een scooter. Dus doen wij dat ook. Geert geniet als hij als een soort Willem Holleeder met Judith achterop over de stille wegen toert. Zo rijden wij dagelijks langs bijna alle supermarkten (6 stuks) op zoek naar verse spullen of brood. We betalen met de mooiste bankbiljetten die we ooit zagen. (Zie foto van biljet van 3 dollar!). Tijdens deze tochten valt ons het grote aantal kerkgebouwen op. We tellen er zeven. De Cookeilanden staan bekend om de strikte beleving van hun geloof. We hadden vooraf in de reisapp gelezen dat een rok tot over de knie verplicht zou zijn, maar dat viel erg mee. Judith kon (gelukkig) gewoon in een hemdje en short rondlopen. Er zijn geen honden op dit eiland, een stuk relaxter dan dat we later zullen meemaken.

De lagune is prachtig blauw en zeer uitgestrekt, maar het is niet toegestaan om er zelfstandig rond te varen. Ook niet met een kajak of bijboot. We boeken daarom een dagexcursie naar enkele verlaten eilanden (motu’s), waar we horen dat hier opnames gemaakt zijn voor verschillende Amerikaanse survival TV-programma’s. We snorkelen met grote vissen (reuze tandbaars) en we poten, net als alle andere deelnemers, een half uitgelopen kokosnoot op een kaal eiland, in de hoop dat er als landaanwinningproject een heel bos uit groeit. Misschien zal Aitutaki over enkele jaren net zo groot zijn als Vlieland.

 

Het verhaal van Palmerston

Ons volgende eiland, Palmerston, is klein en geïsoleerd, heeft niet meer dan 28 bewoners, maar is relatief ‘beroemd’ vanwege haar geschiedenis. Captain Cook (ja hij weer) plantte er in 1774 de Britse vlag, waarna het eiland lang onbewoond bleef. Totdat ene William Marsters, een Britse ambtenaar, er in 1863 samen met drie Polynesische vrouwen een gemeenschap stichtte. De drie vrouwen kregen ieder een deel van het eiland toebedeeld en William verwekte kinderen bij alle drie. De godvrezende, Engels sprekende, maar arme bevolking groeide tot boven de 200 zielen. Vanwege die armoede verzocht de eilandraad de Britse Kroon in de jaren zeventig om de jaarlijkse pacht kwijt te schelden. Koningin Elisabeth wreef over haar hart en willigde het verzoek in. De Koninklijke brief hangt ingelijst in het schoolgebouw. Deze geschiedenis en haar geïsoleerde ligging maakt Palmerston interessant voor televisie- en documentairemakers, waaronder Floortje Dessing die er in 2018 een aflevering maakte van ‘Floortje naar het einde van de wereld’ (te zien via NPO uitzending gemist).

 

Samen met nog vier boten ankeren we net buiten het rif. Eilandbewoner Bob en zijn 13 jaar oude dochter Madeenia brengen ons naar het hoofdeiland. Vanaf dat moment zijn we volledig te gast. De uitgebreide lunch is gratis en Madeenia neemt ons mee over het eiland waar het leven opvallend goed georganiseerd lijkt te zijn. We zien grote voorraden voedsel, tanks met zoet water, een groentekas, een telecom zendmast, een goed onderhouden kerk, een moderne elektriciteitsgenerator en een stellage met tientallen zonnepanelen. En er zijn twee prima schoolgebouwen; één voor de basisschool en één voor de middelbare. Mede-cruisers doneren Engelstalige leerboeken. De Palmerstonners vangen veel vis die ze schoongemaakt, via de boot die eens in de drie maanden komt, doorverkopen aan de resorts op de andere Cookeilanden. Bob vertelt ons dat, ondanks de relatief goede leefomstandigheden, de meeste jonge mensen het eiland verlaten om in Nieuw Zeeland of elders in de ‘moderne’ wereld hun geluk te zoeken. Soms komen ze na 40 jaar terug als relatief welgestelde pensionado’s om een tweede huis op Palmerston te bouwen.

 

Koop een boot voor een prikkie

Wat vreemd; die boot hiernaast ziet er wel erg gehavend uit. Er bungelt een losse val en één van de bovenste diagonale stagen hangt slap naar beneden. Het is overigens een moderne goed onderhouden boot, type ‘Bavaria 46’. Al snel ontmoeten we de (aanstaande) eigenaar, Bartek, die het verhaal uit de doeken doet. De boot ‘La Maria’ is hier twee weken geleden achtergelaten door een eigenaar die niet meer tegen een paar grote tegenslagen kon. Hij heeft de boot aan één van de Palmerstonners gegeven en die heeft eruit gesloopt wat hij kon gebruiken, zoals de kussen, twee koelkasten, het fornuis en het aanrechtblad. Ook de bijboot en de dieptemeter zijn verdwenen. Omdat de belangrijkste dingen nog in takt zijn (er staat o.a. een vrijwel nieuwe dieselmotor in) heeft Bartek een bod gedaan. Na betaling van (omgerekend) €12.000 is de boot een paar dagen later van hem. De grootste uitdaging is nu om de mast te stabiliseren zodat de boot de tocht van 700 mijl naar Nieu en Tonga kan maken. Eén van de bevestigingspunten van de verstaging (de wantputtings of chainplates in het Engels) is gebroken. Geert helpt Bartek om een dikke spanband rond de romp te trekken en daaraan een nood-verstaging te bevestigen. Judith kookt een pastamaaltijd voor de ondernemende en sympathieke Pool. Eenmaal onderweg zal hij, bij gebrek aan een fornuis, de pasta op het motorblok opwarmen. Op het moment dat we samen willen vertrekken krijgt Bartek echter van de Cook autoriteiten te horen dat hij moet wachten. We wachten nog een dag, maar omdat het niet zeker is wanneer hij groen licht zal krijgen, besluiten Judith en ik om zonder hem te vertrekken. Gelukkig weten we dat er na ons nog een aantal jachten zullen komen. Waarschijnlijk zal één van hen La Maria wel willen escorteren.

 

Niue (of Savage Island)

Toen Captain Cook hier aan land wilde gaan werd hij belaagd door vijandige met speren gewapende eilandbewoners, hun gezichten bloedrood beschilderd. Cook vluchtte en noemde het eiland ‘Savage Island (Eiland van de wilden). Later bleek dat het rood op de gezichten geen bloed maar bananensap was en werd het eiland Niue (spreek uit Noewi) genoemd. Niue is een ei-vormige koraalrots van enkele tientallen meters hoog. Onze ontvangst op het eiland is gelukkig een stuk vriendelijker dan in de tijd van Cook, maar de vele loslopende honden zijn helaas erg agressief en bedreigend. Tijdens de tochten op onze gehuurde mountainbikes verdedigen we ons met stokken en moeten we regelmatig sprinten voor ons leven. Misschien zijn die honden gereïncarneerde ‘wilden’ uit de tijd van Cook?

Maar afgezien van de wilde honden, is het een vriendelijk en mooi eiland. Vrijwel alle wegen zijn, met werkers en geld van de Volksrepubliek China, recent opgeknapt. De kust is ronduit spectaculair. Overal zijn grotten, koraalplateau’s, rotsspleten (‘chasms’) en fraai gevormde bogen. Allemaal goed aangeduid en bereikbaar vanaf de hoofdweg. We spreken veel Nieuw Zeelanders die hier op vakantie zijn. Het is immers maar een paar uur vliegen. Ze vertellen enthousiast over de landschappen en de natuur van hun Noorder- en Zuidereiland. We kunnen haast niet wachten...

 

Even spijbelen

De weer- en oceaanmodellen voorspellen een paar dagen harde wind en hoge deining. Hoewel we in de luwte van het eiland aan een sterke mooring liggen, zijn we bang dat de deining het verblijf aan boord erg oncomfortabel zal maken. Ook het aan land gaan met de kajak zal moeilijk worden. Daarom besluiten we om onszelf te verwennen met een kort verblijf in een vakantiehuisje. Een vakantie in een vakantie. Het appartement staat in een mooie tuin (met honden!), heeft een groot bed, een veranda, een wasmachine én (daar genieten we het meeste van) een douche waar je onbeschaamd minutenlang onder kunt blijven staan. ’s Ochtends ontbijten we op een terras met uitzicht op Avalon. Ze ligt daar rustig te schommelen aan haar boei. En de deining? Die bleek wel mee te vallen, waardoor ons landverblijf toch een beetje als spijbelen voelde.

Na drie dagen kajakken we bepakt met tassen schone was terug naar Avalon. We maken ons klaar voor vertrek naar de eilandengroep Tonga.

 

De haven van Aitutaki; in aanbouw

Verjaardagslunch op 2 september

3 Dollarbiljet, alleen verkrijgbaar op de Cookeilanden. De andere biljetten zijn Nieuw Zeelands

Op de scooter het hele eiland over

De kerk aan de hoofdstraat op Palmerston

Overdracht Amerikaanse kinderboeken aan de school op Palmerston

Avalon aan een mooring bij Niue

Een natuurlijk zwembad met zoet water

Ons vakantiehuisje op Niue

Badderen in een natuurlijke wirlpool